Biergeschiedenis zichtbaar maken
Een tijdje geleden kwam ik een bierglas tegen met mijn achternaam er op. Ik had nog nooit van Smeijsters Bieren gehoord, maar tot in de jaren 50 was er onder deze naam een brouwerij actief. Hartstikke leuke ontdekking natuurlijk: een brouwerij in de familie. In mijn speurtocht naar informatie stuitte ik op meer Nederlandse brouwerijen die in de loop van de tijd hun deuren moesten sluiten. Dit inspireerde mij tot een serie affiches als eerbetoon aan deze verloren biercultuur.
Met enige regelmaat zullen hier nieuwe bierposters geplaatst worden. Elke keer met een andere verdwenen brouwerij als onderwerp. Wil je op de hoogte blijven? Volg dan grifontwerp op facebook voor de updates.
De affiches zijn te koop via de shop
Ook een mooi bieraffiche thuis aan de muur. Neem een kijkje in de shop van grifontwerp.
Meppel – Drenthe (opgericht: 1816, gesloten: 1877)
Jan Hendrik Maris trad in 1863 als brouwer in dienst bij brouwerij Robaard in Meppel. Het is onduidelijk wanneer deze brouwerij werd opgericht, maar Willem Robaard stond in 1816 als brouwer in Meppel geregistreerd. Willem’s zoon, Willem jr., nam de brouwerij over en na zijn vroege dood in 1852 zette zijn weduwe Roelofje Oosterveen de onderneming voort. Ze nam Jan Hendrik Maris in dienst en twee jaar later trouwden ze. Vanaf dat moment werd de brouwerij voortgezet onder de naam Bierbrouwerij Maris.
Maris brouwt Winterbier, Beiersch en Jopen. Hij is een opvallende verschijning in de straten van Meppel wanneer hij zijn bier rondbrengt met een hondenkar getrokken door vier grote honden. Als secretaris van het armenhuis is hij maatschappelijk betrokken bij de stad en hij trad regelmatig op als tussenpersoon bij geschillen tussen de bewoners en het stadsbestuur.
In 1872 adverteert Jan Hendrik Maris met de slogan ‘Eenigst Bierbrouwer in Drenthe’. Door de algehele economische malaise en de concurrentie van brouwerijen van buiten de provincie verdwenen eind 19e eeuw alle lokale brouwerijen in Drenthe. Bierbrouwerij Maris was de laatst overgeblevene in de provincie. Maar ook Maris heeft het moeilijk. Om in zijn levensonderhoud te voorzien, begint hij naast bier een handel in kolen en wild. Wanneer Maris precies stopte met brouwen is niet bekend, maar na 1877 handelde hij alleen nog maar in andermans bier.
Toen Roelofje in 1881 stierf, eisten de kinderen uit haar eerste huwelijk een openbare verkoop van alle ontroerende goederen. Maris kan het woonhuis aan de Woldstraat behouden maar de naastgelegen brouwerij wordt verkocht en ontmantelt. Enige tijd later is hij genoodzaakt om ook het woonhuis te verkopen en verhuist hij naar zijn oude bierkelder aan de Noteboomstraat. Van daaruit verkoopt hij nog voor langere tijd bier. Hij overleed in april 1920 op 78-jarige leeftijd in Meppel, maar de de laatst brouwerij van Drenthe was toen al 43 jaar gesloten.
Groningen - Groningen(opgericht: 1832 - gesloten 1965)
Rond 1700 is al sprake van een voorloper van een brouwerij Keizer Barbarossa, maar de geschiedenis begint pas echt in 1832 als Willem Keizer een brouwerij aan het Hooge der Aa koopt. In 1869, als zijn neef Pieter Mees mede eigenaar wordt, krijgt de brouwerij de naam W. Keizer & Co.
Rond 1900 komt een nieuwe manier van brouwen op, ondergisting genoemd. Dit procedé is duurder maar heeft als grote voordeel dat het bier langer houdbaar blijft. Om deze techniek in huis te halen besluit de brouwerij in 1906 te fuseren met een concurrent uit het nabijgelegen dorp Helpman. Hier had de Duitse brouwmeester Kurt Joch in 1892 Brouwerij Barbarossa opgericht en al met de ondergistende methode gebrouwen. De nieuwe gevormde brouwerij krijgt de naam Vereenigde Bierbrouwerijen Keizer Barbarossa. De activiteiten worden naar Helpman verplaatst, dat in 1915 wordt opgenomen in de stad Groningen.
Tot aan de WO I groeit de brouwerij, maar in de oorlog daalt de afzetmarkt en stijgen de grondstof prijzen. Tot overmaat van ramp gaat een schip met 100 ton mout voor de brouwerij verloren, toen het op weg van Baltimore naar Rotterdam door de vijand werd getorpedeerd. Maar de brouwerij blijft draaien en in 1920 wordt het volume van voor de oorlog weer gehaald.
In WO II worden Rudolf en Hitzerius Mees de nieuwe directeuren. Na de oorlog daalt de bierconsumptie en neemt de concurrentie sterk toe. Toch weten ze hun activiteiten vol te houden zelfs te exporteren naar de Verenigde Staten, Duitsland en het Midden-Oosten. Begin jaren zestig is de concurrentiestrijd niet langer vol te houden en in 1961 is Keizer Barbarossa onderdeel van een grote fusie met onder andere Oranjeboom. Ondanks een ingrijpende verbouwing wordt het brouwen in augustus 1965 definitief gestaakt. Daarmee verdween de toenmalig laatste zelfstandige brouwerij uit de stad Groningen.
Keizer Barbarossa heeft overigens echt bestaan. Keizer Frederik I leefde van 1122-1190 en was van 1155 tot aan zijn dood keizer van het Heilige Roomse Rijk. Tijdens zijn veroveringstochten in Italië, kreeg hij zijn bijnaam Barbarossa, dat Roodbaard betekend.
Utrecht - Utrecht (opgericht: 1840, gesloten: 1930)
Bierbrouwerij De Krans werd in 1840 opgericht door de broers Van de Sanden en was gevestigd aan de Nieuwekade. De Krans was daarmee de eerste Utrechtse brouwerij die niet aan de Oudegracht lag. In 1861 kochten Gerardus van Dieren Bijvoet en Anthonius Schoenmakers de brouwerij. Deze ondernemers zagen dit niet als een overname, maar als een hernieuwde oprichting. Want volgens eigen verklaring was De Krans op dat moment ‘een brouwerij zonder cliëntèle, zonder naam en zonder verleden dat een toekomst verzekerde’.
In 1888 namen ze de Utrechtse brouwerij De Kroes over. Met deze overname had De Krans twee brouwerijen in bezit. In de vestiging aan de Nieuwekade bleef men traditionele bieren brouwen. Aan de Leidseweg werden moderne, ondergistende bieren geproduceerd. Deze zogenaamde Beijersche bieren, waren langer te bewaren en constanter van kwaliteit.
Rond de tijd van de overname van De Kroes trad ook Anthonius van Dieren Bijvoet toe tot de zaak. Hij had in Duitsland een opleiding tot Braumeister gevolgd en zou later de leiding van de brouwerij overnemen. In 1900 werd het hele bedrijf aan de Leidseweg gevestigd en de vestiging aan de Nieuwekade verkocht. De Krans was op dat moment de laatste brouwerij in Utrecht en uitgegroeid tot een behoorlijke onderneming. Het leverde in heel Nederland Pilsener, Münchener, tafelbier, gerstebier, oud- en Maastrichts bier, hooibouwbier (een laagalcoholisch bier dat in de zomermaanden door arbeiders op het land werd gedronken) en scheepsbier (bier dat door bemanning aan boord werd gedronken in plaats van het snel vervuilde drinkwater). Daarnaast werd er ook ijs geproduceerd.
Ondanks de groei verloor De Krans, door concurrentie van grote brouwerijen van buiten Utrecht, steeds meer grip op de locale markt. Na het plotselinge overlijden van Anthonius van Dieren Bijvoet in 1914, werd de brouwerij overgenomen door zijn zoon Gerardus. Hij deed pogingen de brouwerij te moderniseren, onder andere door te investeren in een nieuwe bottelarij. De Krans was een van de eerste brouwerijen in Nederland die zelf haar bier ging bottelen. Hierdoor werd de brouwerij echter alleen maar interessanter voor een overname. Dit gebeurde dan ook in januari 1930 door de Zuid Hollandsche Bierbrouwerij. De ZHB had enkel belangstelling voor de bottelarij en de klantenkring van De Krans, want de productie werd per direct gestaakt. Hiermee sloot de laatste Utrechtse brouwerij haar deuren en kwam er een (tijdelijk) einde aan een eeuwenlang Utrechts ambacht.
De panden van de brouwerij aan de Leidseweg zijn in 1938 gesloopt voor de aanleg van de Graadt van Roggenweg. Op de plek van de vestiging aan de Nieuwekade liggen tegenwoordig appartementen en parkeergarage Paardenveld.
(bron: Wandelen over de Bierkaai, Bierhistorischegids van Utrecht door Kees Volkers)
Dordrecht – Zuid-Holland (opgericht: 1433, gesloten: 1968)
Op basis van een document uit 1433 mag brouwerij De Sleutel zich lange tijd de oudste brouwerij van Nederland noemen. De brouwerij aan de Varkenmarkt kende vele eigenaren en breide in de loop van de jaren steeds verder uit. Vanaf 1912 wordt de naam NV Brouwerij De Sleutel gebruikt.
Voor het brouwen gebruikte men water uit de sterk vervuilde haven. Pas in 1884 ging men over op gezuiverd water uit de kraan. Problemen komen er door de twee wereldoorlogen en de economische depressie. Er ontstaat een tekort aan grondstoffen en de bierconsumptie daalt. In 1946 lukt het de brouwerij een contract met de Amerikaanse Burlington Brewing Company uit Burlington (Wisconsin) te sluiten. Nederlands bier is populair in de Verenigde Staten en het bier met de nederlands klinkende fantasienaam Van Merrit wordt in Dordrecht gebrouwen. De etiketten worden voorzien van de tekst ‘brewed according to the formula prepared by and with the exclusive permission of De Sleutel Brewery Co. LTD. est. prior to A.D. 1433 Dordrecht, Holland’.
In 1953 wordt de brouwerij volledig overgenomen door Heineken en komt er een einde aan De Sleutel als zelfstandige brouwerij. In de Dordtse Sleutelbrouwerij bleef men wel Sleutelbier brouwen tot 1968. Daarnaa hielden zowel de brouwerij als het merk op te bestaan. Met één uitzondering. Heineken bracht tot 2001 jaarlijks Sleutel Bokbier op de markt. In het voormalige kelder en pakhuis aan het Buddingh'plein is vanaf 2006 De Stadsbrouwerij Dordrecht gevestigd.
Raamsdonk – Noord-Brabant (opgericht: onbekend, gesloten: 1948)
De exacte oprichtingsdatum van brouwerij De Wereld is niet bekend, maar in een document uit 1878 wordt familie De Bont als eigenaar genoemd. In 1886 huwt brouwersdochter Maria de Bont met Arnoldus van Iersel en de brouwerij gaat onder zijn naam verder. Als in 1919 hun zoon en beoogd opvolger door een motorongeluk overlijdt, zet Maria De Bont, tot aan haar dood in 1943, de zaak voort.
Voor het brouwen werd water uit de nabij gelegen rivier de Donge gebruikt. Dat leverde problemen op toen de bovenstrooms gelegen leerlooierijen de rivier zo vervuilden dat er geen drinkbaar bier meer van te brouwen viel. Er word een waterput gegraven en pas op een diepte van 72 meter vind men goed drinkwater.
De brouwerij was onderkelderd en de biervaten lagen hier in rekken opgeslagen, zodat het bier de vereiste drie maanden kon rijpen. In deze kelders mochten geen vrouwen komen omdat men dacht dat als vrouwen ongesteld waren, het bier zou neerslaan.
Voor de oorlog werken een man of 10 in De Wereld en het bier word behalve in Raamsdonk ook in de regio verkocht. Er wordt Extra Gerste gebrouwen en vanaf 1935 ook de ondergistende bieren Dortmunder, Münchener en Pilsener.
De laatste brouwer is zoon Ad van Iersel, die tevens burgemeester was van Noordwijkerhout. In 1948 wordt de brouwerij overgenomen door Brouwerij Oranjeboom uit Rotterdam en komt er een einde aan de activiteiten. Wat van Bierbrouwerij De Wereld rest, is een woonhuis aan het eind van de Korte Broekstraat in Raamsdonk.
Zwolle – Overijssel (opgericht: 1854, gesloten: 1920)
Op 22 april 1854 wordt de Zwolsche Stoombierbrouwerij opgericht door Jan Corman en Herman Schaepman. Na het overlijden van Jan Corman in 1857 wordt de brouwerij naar de overgebleven eigenaar Herman Schaepman vernoemd en gaat het verder onder de naam Het Schaap. Het Schaap brouwt een grote variëteit aan bieren. Tot 1888 word er geadverteerd voor ‘puik onvervalscht’ Nederlandsch Beijersch, Cambrinus, Princesse, Nieuwligt en Faro. Daarnaast worden andere bieren, Pale Ale, Nieuw Dubbeld Schaapjes Bock Bier, Volksbier, Dubbel Gerste en Oud Bruin geproduceerd.
In 1889 wordt de vestiging ingericht voor het bereiden van ondergistende bieren. Deze zijn langer te bewaren en constanter van kwaliteit. Hiervoor wordt een Duitse brouwmeester in dienst genomen. Vanaf dat moment verdwijnen de oude biersoorten en worden Pilsener, Dortmunder, Gerste en Lager gebrouwen. In 1904 word de brouwerij opnieuw gemoderniseerd en uitgebreid met een brouwhuis, gistkelders en lagerkelders. In 1906 wordt in een advertentie de verkoop aangekondigd: ‘Dinsdag 7 augustus 1906 wordt publiek verkocht De stoombierbrouwerij genaamd Het Schaap bestaande uit brouwerij, huizen, bergplaats, paardenstal, ijskelders en erven, gelegen aan den Jufferenwal te Zwolle’. Onbekend is of deze verkoop plaatsvond, maar de werkzaamheden van Het Schaap gaan gewoon door. Tot 1916 wordt er personeel geworven en Bockbier geleverd. In 1920 wordt het bedrijf opnieuw ter veiling aangeboden en overgenomen door Heineken. Kort daarna stopt de productie en wordt de brouwerij ontmanteld.
Na de sluiting word een deel van het pand verbouwd tot garage en in een ander deel vestigde zich een rijwielhandelaar. De restanten van de kelders worden in 1999 gesloopt om plaats te maken voor het nieuwbouwproject ‘Het Maagjesbolwerk’.
Culemborg – Gelderland (opgericht: 1868, gesloten: 1913)
In de voormalige parochiekerk en ambtswoning van de deken* van het kapittel Sint Barbara werd in 1809 voor het eerst een brouwerij gevestigd. Deze kende in korte tijd verschillende eigenaren en komt in 1868 in handen van Johannes van de Loo en A. van Maurik. Zij geven de brouwerij de naam ‘De Pauw’. Deze naam is waarschijnlijk geïnspireerd op een Culemborgse brouwerij uit het verleden, want in archiefstukken uit 1694 wordt er al gesproken over een brouwerij De Pauw.
Van der Loo overlijdt op 15 mei 1906, op 69 jarige leeftijd. Zijn weduwe ziet geen kans het bedrijf voort te zetten en verkoopt de brouwerij in 1908 aan een jonge, welgestelde brouwer uit Maastricht, Gustave Hustinx. Vanaf 1 januari 1909 zet hij brouwerij De Pauw voort en brouwt er onder andere Berliner Oud, Bokbier, Light Lager Bier en Pilsener. Gustave voelt zich thuis in Culemborg. Hij gaat er wonen met zijn pasgetrouwde vrouw en hun eerste zoon wordt er geboren. Hij is actief als secretaris van de schietclub en zijn naam verschijnt regelmatig in de Culemborgsche Courant als goede oplosser van het schaakprobleem van de week. Door de dreiging van WO I wordt Gustave in juli 1912 opgeroepen in actieve dienst en moet zich melden in Den Bosch. Hierdoor is hij gedwongen Culemborg te verlaten en moet hij zijn activiteiten als brouwer te staken. Begin 1913 verkoopt hij het pand met de brouwerij. Gebrouwen wordt er echter niet meer en komt er een einde aan de laatste brouwerij van Culemborg.
Het pand 'De Dekenij’, aan de Grote Kerkstraat 11, bestaat nog steeds. Er zijn tegenwoordig 2 woningen in gevestigd.
* De deken is het tweede hoofd van een kapittel, een geestelijke gemeenschap of bestuurscollege binnen de katholieke kerk.
Westdorpe – Zeeland (opgericht: 1914, gesloten: 1947)
Het Zeeuws-Vlaamse grensdorp Westdorpe heeft aan het begin van de 20ste eeuw 1870 inwoners en maar liefst 76 café’s! Dit komt door een economische bloeiperiode in de regio en door de eerste wereldoorlog die van 1914 tot 1918 in buurland België heerst. De bierproductie valt hier nagenoeg stil en vele duizenden vluchtelingen trekken naar Zeeuws-Vlaanderen De drie brouwerijen uit Westdorpe profiteren van deze grote klandizie en het wegvallen van de concurrentie.
Eén van deze brouwerijen is de De Witte Leeuw, waar Basil van Waes in 1914 begint met het brouwen van belegen gerste bier, lager en donker lager. Ook word er limonade en ijs geleverd. De klantenkring bevindt zich voornamelijk in Westdorpe, maar ook in de omliggende plaatsen Koewacht, Axel, Zuiddorpe en Sas van Gent wordt het bier van De Witte Leeuw verkocht.
In 1939 overlijdt Basil en zoon Leon, die op dat moment op de brouwersschool in Gent zit, komt naar huis om de zaak over te nemen. In de tweede wereldoorlog wordt er echter niet meer gebrouwen, maar alleen nog limonade geproduceerd.
In 1947 houdt de brouwerij op te bestaan. Op het voormalige terrein zijn tegenwoordig seniorenwoningen gebouwd. De straatnaam De Witte Leeuw herinnert nog aan de voormalige brouwerij.
Echt – Limburg (opgericht: 1890, gesloten: 1955)
Het verhaal van Smeijsters' Bier uit Echt begint een kleine 30 km zuidelijker in Nuth, als Willem Smeijsters in 1890 trouwt met Elizabeth Beckers, de dochter van de plaatselijke brouwer. Willem houd zich bezig met het boerenbedrijf en Elizabeth leidt de brouwerij die Willems naam krijgt: Brouwerij W. Smeijsters.
Zoon Louis erft de brouwersgenen van zijn moeder, volgt in Duitsland een opleiding tot brouwer en gaat in 1923 in dienst bij Bierbrouwerij Het Hert in Echt. In 1926 neemt hij samen met zijn jongere broer Emiel de brouwerij over en stoppen de activiteiten in Nuth.
Louis brouwt en Emiel verzorgt de zakelijke en commerciële belangen. Limburg ten noorden van Echt vormt het voornaamste afzetgebied van Smeijsters' Bier dat in de jaren 50 uitgroeit tot een middelgrote brouwerij. Er wordt pilsener, Bockbier, Donker Bier en Licht Bier gebrouwen. De Heineken Brouwerij krijgt belangstelling voor deze afzet en in 1955 wordt Smeijsters’ Bieren opgekocht. De brouwerij wordt ontmanteld en de overgebleven voorraad bier weggespoeld.
PS In 2018 start Michel Smeijsters, zoon van de laatste brouwer van Smeijsters' Bier, met het brouwen van Münich. Het laatste speciaal bier dat door Smeijsters' Bier gebrouwen is. Meer informatie vind je op smeijstersbier.nl
De affiches zijn te koop via de shop
Ook een mooi bieraffiche thuis aan de muur. Neem een kijkje in de shop van grifontwerp.
werkzaamheden: research, illustratie en ontwerp
opdrachtgever: eigen project
Gaaf! Dit wil ik ook.
Ik neem contact op